Het is zomer en de zon
schijnt heerlijk door de bomen heen.
Beertje loopt fluitend
door het bos en is op weg naar zijn vriendje muisje Piep.
Daar komt muisje Piep al
aan gehold.
Hoi Piep, zegt Beertje
wat zullen wij gaan doen, jij, je vriendje en ik.
Hééé, zegt Piep ik ben
alleen hoor, nee hoor, zegt Beertje, je vriendje staat naast je.
Piep draait zich om en
zegt, ik zie helemaal niemand Beertje, je neemt mij in de maling.
Nee hoor, zegt Beertje,
toen jij je omdraaide ging hij achter je staan.
Dat kan niet Beertje, ik
ben echt helemaal alleen, zei Piep.
Piep draait zich om en
zegt, ik zie niets hoor Beertje.
Jawel, lacht Beertje, hij
is nu vlak voor mijn neus.
Muisje Piep snapt er
helemaal niets meer van, hij ziet Beertje wel lachen maar weet niet waarom.
Hij draait heel snel een
rondje en ziet nog steeds geen vriendje.
Beertje valt nu bijna om
van het lachen en zegt ha, ha, Piep zal ik het maar zeggen.
Ja, zegt Piep, waar is
dat vriendje nu?
Beertje zegt, kijk Piep
ik draai mij om wat zie je dan.
Ha, ha, zegt Piep, nu zie
ik het, het is de schaduw en die draait steeds met je mee.
Samen lopen ze lachend
weg, naar hun hut, waar ze fijn gaan spelen.
© 2005 Patricia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Hoi, leuk dat je even bij Beertje en zijn vriendjes langs kwam.
Kom je nog een langs!
Een knuffel pootje van Beertje.