Het is winter en er ligt
al een dikke laag sneeuw in het bos.
Beertje kijkt eens naar
buiten, de vlokken dwarrelen langzaam omlaag.
Mam, mag ik buiten gaan
spelen? Ik wil graag naar muisje Piep.
Ja, dat is goed hoor,
zegt mama beer.
Beertje loopt opgewekt in
de sneeuw en kijkt steeds achterom naar de afdrukken van zijn berenpootjes.
Ha, ha, denkt Beertje,
het is net of er iemand achter mij loopt. Om de hoek van de grote boom waar
Uiltje woont ziet hij Piep al met zijn vriendjes buiten spelen.
Piep, wie is dat die daar
bij je staat? roept Beertje al vanuit de verte.
O, dat is mijn nieuwe
vriendje, roept muisje Piep terug.
Dichterbij gekomen ziet
Beertje dat het nieuwe vriendje van Piep een grote witte, ja wat is het
eigenlijk, hij lijkt wel een beetje op een beer.
Piep, wie is dat nieuwe
vriendje van jou? vraagt Beertje, hij zegt niet veel he!
Nee, zegt Piep, dat komt
omdat hij uit een ander land komt, uit Sneeuwland.
Sneeuwland? vraagt
Beertje, wat is dat nu weer voor een land?
Muisje Piep kan zijn
lachen bijna niet meer inhouden.
Wat is er nou, zegt
Beertje, waarom sta je zo te lachen?
Ha, ha, zegt muisje Piep
zie je dan niet dat het een sneeuwpop is die wij hebben gemaakt.
Beertje gaat eens dichterbij
kijken en begint dan ook te lachen.
Ha, ha, nu zie ik het,
zegt hij, wat een goede grap zeg, zegt Beertje.
Beertje bukt zich, pakt
een hap sneeuw en gooit die naar muisje Piep en zo hebben ze samen veel pret in
de sneeuw.
© 2006 Patricia.