Midden in het bos, staat
een grote oude boom.
In die boom woont Uiltje.
Het is voorjaar en Uiltje
zit lekker een beetje te soezen op een dikke tak.
Af en toe doet hij een
oogje open, om te kijken wat er allemaal gebeurd zo onder zijn boom, in het
grote bos.
Daar, in de verte ziet
hij Beertje en muisje Piep aankomen. Als ze dichterbij komen doet Uiltje net of
hij slaapt, hij hoort Beertje tegen muisje Piep zeggen: die Uiltje, dat is een
slaapkop zeg die zit maar lekker te slapen daar op die tak van de boom.
Oeoeoeo, oeoeoeo roept
Uiltje ineens, ik slaap helemaal niet hoor ik ben wakker.
Ha, ha, zegt Beertje, je
bent dus wel wakker. Ja hoor zegt Uiltje.
Ik wil jullie iets moois
laten zien, zegt Uiltje. Kom maar mee, maar jullie moeten muisstil zijn en nergens met jullie pootjes aankomen hoor!
Wat is dat muisstil?
vraagt Beertje en hij begint te lachen, rustig nu maar, zegt Uiltje, anders mag
je het niet zien hoor.
Oké, zegt Beertje, ik zal
héééél stil zijn.
Stapje voor stapje en
muisstil lopen Beertje en muisje Piep achter Uiltje aan.
Wij zijn er bijna, zegt
Uiltje, nu echt heel stil zijn hoor. Hoor je al iets? vraagt Uiltje.
Beertje luistert en
hoort, piep, piep, piep.
Wat is dat? vraagt
Beertje aan Uiltje, kom maar heel voorzichtig kijken, niets zeggen en pootjes
achter je rug laten hoor.
Voorzichtig doet Uiltje
een paar takjes opzij.
OOOO, zeggen muisje Piep
en Beertje tegelijk, wat leuk.
Achter de struikjes zien
ze een nestje met drie kleine vogeltjes erin, mama en papa vogel zijn voer aan
het halen, zegt Uiltje..
Beertje en muisje Piep
vinden het heel leuk dat ze de vogeltjes hebben gezien.
Kom, zegt Uiltje, wij
gaan weer anders worden mama en papa vogel boos op ons.
En met z,n drieën lopen
ze weer naar de boom van Uiltje.
© Patricia 2007