Mama beer is in de keuken
aan het werk en hoort Beertje al uit de verte roepen.
Mam, mam kom snel er is
iets met Uiltje, maar mama hoort niet goed wat Beertje allemaal roept.
Mam, mam, kom snel en
Beertje holt hijgend de keuken binnen.
Mam, mam,
Beertje, zegt mama, wees
eens even stil en vertel nu langzaam wat er is, zo begrijpt mama niet wat je
allemaal wil zeggen.
Beertje haalt diep adem
en zegt, mam kom snel mee. Uiltje ligt op de grond en hij zegt dat hij pijn
heeft.
Kom snel mee mam. Mama
loopt met Beertje mee het bos in naar de grote boom waar Uiltje woont.
Daar, daar is het mama
roept Beertje opgewonden.
Mama loopt naar Uiltje
toe en ziet dat hij er een beetje zielig bij ligt.
Wat is er gebeurd? vraagt
mama beer aan Uiltje. Ik ben tegen een tak opgevlogen, ik zag de tak niet goed
zegt Uiltje met een zielig stemmetje..
Mama beer kijkt eens naar
Uiltje, hij heeft een grote buil op zijn hoofd.
Hoe komt dat Uiltje, dat
je de tak niet goed meer zag? vraagt mama beer, weet ik niet zegt Uiltje een
beetje zielig.
Weet je, zegt mama tegen
Beertje ik denk dat ik weet wat er is met Uiltje.
Beertje haal jij eens die
rode doos hij staat onder in de kast.
Beertje holt terug naar
huis en komt met de rode doos aangerend.
Zo, zegt mama beer.
Uiltje doe deze eens op je neus.
En mama beer geeft hem
een bril, nou zie ik niets meer zegt Uiltje, o, ik zie het al dat is een
zonnebril daar heb je niets aan zegt mama beer.
En deze, probeer deze
eens?
Uiltje zet hem op en
roept, ooo ik zie de takken en wat is het hier mooi.
Ha ha zegt mama beer ik
dacht het al, je ogen zijn gewoon niet zo goed meer en nu met een bril zie je
alles weer heel erg goed.
Dank u wel mama beer zei
Uiltje, hé Beertje nu kan ik jou ook weer goed zien.
Mama beer en Beertje
gingen weer naar huis. En Uiltje, die was erg blij, hij kon nu alles weer goed
zien.
© 2006 Patricia 2006